unit ApplicationContext;

// Dit is een klasse bedoeld om data te delen over de applicatie heen.
// Dit kan bijvoorbeeld usernaam, login token, computernaam, ...
// Informatie die elk component/klasse kan gebruiken.
// Voor schaalbaarheid en isolatie worden interfaces gebruikt die deze klasse implementeert.

interface

uses
  ObserverPattern,
  System.Generics.Collections;

// SUB CONTEXTS: klassen die overeenkomen met bepaalde sub-context (bv. alles gerelateerd met authenticatie).

// - UserServerService
type
  TUserContext = class(TSubject)
  private
    FSessionKey: string;
    FGebruikersNaam: string;

    FIsOK: Boolean;
    FErrorMessage: string;
    FInternalErrorMessage: string;
  public
    procedure NotifyChanged();
    property SessionKey: string read FSessionKey write FSessionKey;
    property GebruikersNaam: string read FGebruikersNaam write FGebruikersNaam;
    property IsOK: Boolean read FIsOK write FIsOK;
    property ErrorMessage: string read FErrorMessage write FErrorMessage;
    property InternalErrorMessage: string read FInternalErrorMessage write FInternalErrorMessage;
  end;

  TProductInformatie = class
  private
    FProductNr: Integer;
    FTekst: string;
    FKol1: string;
    FKol2: string;
    FKol3: string;
    FKol4: string;
  public
    property ProductNr: Integer read FProductNr write FProductNr;
    property Tekst: string read FTekst write FTekst;
    property Kol1: string read FKol1 write FKol1;
    property Kol2: string read FKol2 write FKol2;
    property Kol3: string read FKol3 write FKol3;
    property Kol4: string read FKol4 write FKol4;
  end;

  TProductsContext = class(TSubject)
  private
    FSessionKey: string;
    FProducten: TList<TProductInformatie>;

    FIsOK: Boolean;
    FErrorMessage: string;
    FInternalErrorMessage: string;
  public
    constructor Create();
    procedure NotifyChanged();
    property Producten: TList<TProductInformatie> read FProducten write FProducten;

    property IsOK: Boolean read FIsOK write FIsOK;
    property ErrorMessage: string read FErrorMessage write FErrorMessage;
    property InternalErrorMessage: string read FInternalErrorMessage write FInternalErrorMessage;
  end;

  TProductDetailContext = class(TSubject)
  private
    FSessionKey: string;
    FGeselecteerdProduct: TProductInformatie;

    FIsOK: Boolean;
    FErrorMessage: string;
    FInternalErrorMessage: string;
  public
    procedure NotifyChanged();
    property GeselecteerdProduct: TProductInformatie read FGeselecteerdProduct write FGeselecteerdProduct;

    property IsOK: Boolean read FIsOK write FIsOK;
    property ErrorMessage: string read FErrorMessage write FErrorMessage;
    property InternalErrorMessage: string read FInternalErrorMessage write FInternalErrorMessage;
  end;

  // APPLICATION CONTEXT
  // Application context bevat alle sub-contexts
  TApplicationContext = class
  private
    FUserContext: TUserContext;
    FProductsContext: TProductsContext;
    FProductDetailContext: TProductDetailContext;
  public
    constructor Create();
    property UserContext: TUserContext read FUserContext write FUserContext;
    property ProductsContext: TProductsContext read FProductsContext write FProductsContext;
    property ProductDetailContext: TProductDetailContext read FProductDetailContext write FProductDetailContext;
  end;

implementation

procedure TUserContext.NotifyChanged();
begin
  self.Change();
end;

constructor TProductsContext.Create();
begin
  inherited Create();
  FProducten := TList<TProductInformatie>.Create();
end;

procedure TProductsContext.NotifyChanged();
begin
  self.Change();
end;

procedure TProductDetailContext.NotifyChanged();
begin
  self.Change();
end;

constructor TApplicationContext.Create();
begin
  FUserContext := TUserContext.Create();
  FProductsContext := TProductsContext.Create();
  FProductDetailContext := TProductDetailContext.Create();
end;

end.