%RegisteredObject Monitoring van gebruik van routines en hun subroutines. Welke routines te monitoren, wordt via een config item geconfigureerd. De resultaten worden bewaard bij het stoppen van monitoren. Deze configmanagersleutel moet of afwezig zijn of een lege string zijn (= geen monitoring) of moet een $ListBuild zijn van %Strings die elk een routinenaam (evt. met * als wildcard) bevatten. Zie ook de documentatie van %Monitor.System.LineByLine. Voorbeeldconfiguratie: Do ##class(TECH.Config.ConfigMgr).Instance().SetString("TECH.RoutineGebruikMonitor.RoutinesTeMonitoren", $LB("K*")) TECH.RoutineGebruikMonitor.RoutinesTeMonitoren 1 1 %List 1 RoutinesTeMonitoren:%List 1 1 1 RoutineNaam:%String,Timestamp:%TimeStamp 1 0) { Do ..BewaarSubRoutineGebruikIndienEersteLijn(RoutineNaam, RoutineLijnNummer, AantalKeerUitgevoerd, Timestamp) } Set RoutineLijnNummer = RoutineLijnNummer + 1 } Kill ResultSet ]]> 1 RoutineNaam:%String,RoutineLijnNummer:%Integer,AantalKeerUitgevoerd:%Integer,Timestamp:%TimeStamp 1